Communicatie tussen artsen en patiënten met een chronische aandoening
Samenvatting
Communication between physicians and patients with a chronic illness – video observational research
To be able to influence the patient’s behavior in a constructive way, it is important for physicians to have good communication skills and view the disorder from the patient’s perspective. The knowledge that the patient acquires through his or her own experience with the chronic illness, the physician needs to be able to understand the patient well, and to discuss and draw up a treatment plan effectively. This communication is even more important for people with a chronic illness, because they have a long-term and sometimes intensive relationship with the physician, while the perceived disease burden is high. This video observational research shows where the physicians have a good idea of the patient’s life and where they don’t.
Verbale en non-verbale communicatie zijn (naast empathie en inzicht in de leefwereld van de patiënt) belangrijke aspecten van de interactie tussen een patiënt en diens behandelaar. Aspecten die de arts de mogelijkheid bieden om gerichte informatie, uitleg of advies te verschaffen of in te winnen bij een patiënt (Wagner, Austin, Davis, Hindmarsh, Schaefer & Bonomi, 2001). Een onderdeel van communicatie is het empathisch vermogen van de arts. Empathie heeft de arts nodig om zich in te leven in de wereld van de patiënt, zodat hij de gevoelens of gedachten van de patiënt aanvoelt zonder emotioneel betrokken te raken bij de gevoelens van de patiënt. Door empathie zijn patiënten meer tevreden over de geleverde zorg en ze zijn trouwer in het opvolgen van adviezen, aldus Olde Hartman, Derksen en Smit (2015).
Om het gedrag van de patiënt op constructieve wijze te kunnen beïnvloeden, is het van belang voor artsen om de aandoening vanuit patiëntenperspectief te zien. De kennis die de patiënt opdoet door de eigen ervaring met de chronische aandoening, heeft de arts nodig om de patiënt goed te kunnen begrijpen, samen goed te overleggen en een behandelplan op te stellen. Deze communicatie is juist voor mensen met een chronische aandoening nog belangrijker, omdat zij een langdurige en soms intensieve relatie hebben met de arts, terwijl de ervaren ziektelast hoog is (Kerr, 2003; Thorne, 2006). Het inzicht in de leefwereld van de patiënt kan de arts helpen een gerichter behandelplan op te stellen, de behandeling patiëntgerichter uit te voeren en zo wellicht een betere ervaren kwaliteit van zorg te leveren. Daarvoor is een goede communicatie tussen arts en patiënt noodzakelijk, zodat de arts zich in de leefwereld van de patiënt kan verplaatsen zonder zichzelf daarin te betrekken.
In dit artikel doe ik verslag van een uitgevoerd onderzoek binnen een academisch ziekenhuis in Nederland, waarbij ik de verbale en non-verbale communicatie tussen artsen en patiënten met een chronische darmaandoening heb onderzocht door middel van video-observatie en Imitation Games.
Methode van onderzoek
De verbale en non-verbale communicatie tussen arts en patiënten heb ik op verschillende aspecten onderzocht om hieruit lessen voor verbetering te kunnen afleiden. Het betreft hier een afgerond, kleinschalig scriptie-onderzoek. Daarbij heb ik specifiek onderzocht in hoeverre artsen in staat zijn om aan te sluiten bij de belevingswereld van hun patiënten. Om meer inzicht te verkrijgen in de (non-)verbale communicatie en het empathisch vermogen van de arts en inzicht in de leefwereld van de patiënt, is er gekozen voor de video-observatiemethode. Centraal in dit artikel staat de vraag wat de methode van video-observatie kan toevoegen aan het bestuderen van arts-patiëntcommunicatie, met name in hoeverre artsen zich wel of niet kunnen inleven in de ervaringen van patiënten. Het vastleggen van observaties van omgeving en van de verbale en non-verbale communicatie maakt het mogelijk de interactie tussen de arts en patiënt in kaart te brengen die vaak als gewoon of alledaags wordt beschouwd (Knoblauch, 2012). De video-observatiemethode leent zich goed als onderzoeksmethode in de gezondheidszorg omdat het de mogelijkheid biedt om activiteiten en handelingen van actoren in hun natuurlijke setting te observeren (ibid.). Belangrijke thema’s in de leefwereld van chronisch zieken worden inzichtelijk gemaakt en zo kunnen de handelingen, gedragingen en interacties worden ervaren, geïnterpreteerd en begrepen (Kerr, 2003). Activiteiten worden bestudeerd die in eerste instantie wel gezien maar niet opgemerkt zijn, ook omdat er soms een verschil zit tussen wat mensen zeggen en wat ze werkelijk doen of bedoelen (ibid.).
Ter aanvulling op de video-observatiemethode is gebruikgemaakt van de Imitation Game, een vernieuwende methode die zichtbaar maakt wat verschillende sociale en culturele groepen van elkaars leefwereld afweten (Collins & Evans, 2014). Met de Imitation Game-methode kan dieper worden ingegaan op de vraag of de arts in staat is zich te verplaatsen in de leefwereld van de patiënt (en op welke gebieden wel of niet?), terwijl video-observaties helpen om zowel verbale als non-verbale communicatie te onderzoeken. Wanneer video-observatie wordt gecombineerd met de Imitation Game-onderzoeksmethode kan inzichtelijk worden gemaakt in hoeverre artsen zich kunnen verplaatsen in de ervaringen van hun patiënten. Juist de combinatie van beide methoden kan van toegevoegde waarde zijn, omdat beide methoden verschillende zaken zichtbaar maken. De combinatie van beide onderzoeksmethoden geeft een rijker beeld van de arts-patiëntrelatie.
De Imitation Game-methode in de praktijk
Met de Imitation Game-methode kan worden onderzocht in hoeverre verschillende sociale groepen inzicht hebben in elkaars leefwereld (Collins & Evans, 2014; Wehrens, 2016). De Imitation Game-methode wil inzichtelijk maken in hoeverre de arts begrip heeft van wat de patiënt bedoelt en inzicht heeft in de dagelijkse problemen van het leven met de aandoening. In de Imitation Games zoals ze hier worden gebruikt, worden artsen uitgedaagd om zichzelf actief te verplaatsen in de ervaringen van de patiënt. Er wordt nagegaan in hoeverre artsen, gespecialiseerd in het behandelen van patiënten met een chronische darmaandoening, in staat zijn om zich te verplaatsen in de ervaringen van de patiënten (en op welk domein zij hier meer of minder succesvol in zijn) (Wehrens, 2016). Het principe van de Imitation Game wordt weergegeven in figuur 1. Per Imitation Game participeren drie personen in de rol van jury (J), non-pretender (NP) of pretender (P). Eén van de patiënten stelt als jury vragen en de arts en de andere patiënt geven hier antwoord op. De patiënt geeft vanuit de eigen ervaringen als patiënt antwoord, terwijl de arts zich probeert te verplaatsen in de leefwereld van de patiënt door zich in het antwoord voor te doen als patiënt. De jury geeft na iedere antwoordreeks hun voorlopige oordeel en vertrouwensniveau aan, gebaseerd op de 5-punts Likertschaal (1 = helemaal mee oneens, 5 = helemaal mee eens). Helemaal mee eens houdt in dat de jury denkt dat het antwoord echt van de patiënt (de non-pretender) is. Helemaal mee oneens houdt in dat de jury denkt dat het antwoord niet van de patiënt is, maar van de arts (de pretender). Degene met de hoogste eindscore wordt door de jury beschouwd als de patiënt, de non-pretender.
De aanname is dat meer interactie leidt tot beter begrip (een theoretische onderbouwing is te vinden in Collins & Evans, 2014 en Wehrens, 2015).

Figuur 1 De Imitation Game-methode, gebaseerd op Collins & Evans (2014)
Video-observaties in de praktijk
Op een maag-darm-leverpolikliniek waar ik werkzaam was als verpleegkundige, heb ik video-opnamen gemaakt om de activiteiten en handelingen van actoren in hun natuurlijke omgeving te observeren. Patiënten wier aandoening een chronisch of langdurig karakter heeft en maag-darm-leverartsen zijn gedurende vijf dagdelen gevraagd mee te doen aan het onderzoek. Deze patiënten ervaren een hoge ziektelast en de aandoening heeft een grote impact op de belevingswereld van de patiëntengroep (Kerr, 2003). Er waren geen inclusie- en exclusiecriteria; alle patiënten die deze dagen een afspraak hadden, zijn gevraagd. In totaal heeft elke arts ingestemd om mee te doen en ruim 80% van de patiënten heeft ermee ingestemd dat er video-observatie zou plaatsvinden. Ik heb bij consulten van vier artsen en een verpleegkundig specialist geobserveerd met een totaal van twaalf video-opnamen. Elk consult duurde vijftien tot twintig minuten. De patiënten varieerden in leeftijd, sekse, afkomst en woonplaats. Vooraf aan elk consultgesprek heb ik als observator het patiëntendossier kort met de arts of verpleegkundig specialist doorgenomen. Bij slechtnieuwsgesprekken is besloten niet te observeren wegens privacy van de patiënt. Ik ben alleen passief aanwezig geweest in de ruimte terwijl ik filmde en heb bewust nooit deelgenomen aan het gesprek.
De video-observaties zijn volledig uitgeschreven in transcripten, aan de transcripten zijn labels toegekend en fragmenten over hetzelfde aspect zijn gegroepeerd naar verschillen en overeenkomsten. De uiteindelijke thema’s die overbleven, zijn onderverdeeld in non-verbale en verbale communicatie. Onder non-verbale communicatie vallen de sub-thema’s lichaamshouding, omgevingsgeluiden, gezichtsuitdrukking, emotie van de patiënt en (het ontbreken van) empathie van de arts. Onder verbale communicatie vallen de sub-thema’s medische kennis, vakjargon en ervaringskennis van de arts en patiënt. Om alle perspectieven en ervaringen vast te leggen zijn zowel de patiënt, de arts als de ruimte gefilmd. Hieronder staat een voorbeeld van een transcriptie van een kort consult:

Gedurende het onderzoek heb ik een observatiedagboek bijgehouden met daarin zelfreflecties; op die manier ontstaat er duidelijkheid over de positie van mij als observator (Mortelmans, 2012). Het voordeel van video-observatie is dat alle communicatie opgeslagen is en dus meermaals bekeken kan worden, er hoeft geen gedetailleerde en verhalende manier van beschrijven ter plaatse te gebeuren (ibid.). Bij de onderstaande analyse put ik uit de video-observaties en Imitation Games die zijn gehouden.
Ervaringen uit de video-observaties
Communicatie is onmisbaar in de arts-patiëntrelatie. Behalve de verbale communicatie en de inhoud van de gesprekken speelt ook de non-verbale communicatie een grote rol bij de behandeling van de aandoening. Verbale communicatie gaat veelal bewust, terwijl de non-verbale communicatie zowel bewust als onbewust plaatsvindt, zo blijkt uit de voorbeelden.
Verbale communicatie tussen arts en patiënt
Een voorbeeld van het uiten van begrip en inleving van de arts in de patiënt door middel van verbale communicatie is het volgende fragment. De arts heeft van tevoren in het patiëntendossier gelezen dat de patiënt bang is dat ze darmkanker aan het ontwikkelen is en ze haar jonge kinderen binnenkort alleen moet laten.

Dit citaat maakt duidelijk dat de arts meteen bij het begin van het gesprek ingaat op de angst van de patiënt en daardoor slaat de sfeer om van gespannen naar ontspannen. Eerst non-verbaal en al snel ook verbaal weet de arts in te gaan op de verwachtingen van de patiënt. Een andere arts geeft uitleg in begrijpelijke taal voor de patiënt: hij voorziet de patiënt van informatie en past deze aan op de patiënt. Een citaat van informatievoorziening in alledaags taalgebruik komt uit een video-opname met een patiënt die zelf als verzorgende in een verpleeghuis werkt.

Hier speelt de arts in op de situatie: de patiënt heeft aangegeven nog steeds veel naar het toilet te moeten en dan altijd diarree te hebben, waardoor haar werk bijna onmogelijk wordt. De arts geeft in duidelijke taal informatie aan de patiënt. In de video-observatie legt de arts het in begrijpelijke taal uit aan de patiënt, hij leeft met de patiënt mee en probeert zich voor te stellen wat de patiënt allemaal meemaakt en wat er omgaat in de patiënt.
Vakjargon
De arts gebruikt soms vakjargon in het gesprek en lijkt zich er niet bewust van dat de betekenis misschien niet bij de patiënt bekend is. Een consequentie is dat de patiënt niet doorvraagt. Een mooi voorbeeld hiervan betreft de video-opname van een patiënte van rond de 40 jaar die onlangs is geopereerd, waarbij een groot deel van haar dikke darm is verwijderd:

In deze video spreekt de arts over leverwaarden die marginaal zijn. Weet de patiënt wel wat bedoeld wordt met marginaal? De arts gaat verder niet na of de patiënt echt weet wat hij hier bedoelt; als de patiënt aangeeft dat hij het snapt, is dat voldoende.
Het komt ook voor dat de arts veel informatie in één keer geeft, met het gevaar dat slechts een klein deel van die informatie bij de patiënt blijft hangen. Het volgende citaat uit een video-opname laat dit mooi zien:

Het is een voorbeeld van een langdradig en onsamenhangend verhaal dat zich in een rap tempo afspeelt. De arts lijkt het af te raffelen, maar vertelt hier zeer belangrijke informatie voor de patiënt. De arts wacht hier ook niet op het antwoord van de patiënt of hij het wel begrijpt, maar gaat direct na een knikje van de patiënt door op de medicatie die de patiënt nu gebruikt. Het lange verhaal over darmkanker is voorbij en de arts komt er verder niet op terug.
Vormen van patiëntgerichte, non-verbale communicatie van de arts
Ook non-verbale communicatie in verschillende vormen en functies is enorm belangrijk in de arts-patiëntrelatie. In meerdere video-observaties is te zien dat de arts met non-verbale signalen actief luistert naar de patiënt, denk aan de gezichtsuitdrukking, knikken, lichaamshouding en emotie. De arts probeert met non-verbale communicatie contact te maken met de patiënt en de patiënt ook op die manier te ‘lezen’ en zodoende te begrijpen. Maar de arts lijkt non-verbaal met de lichaamshouding soms aan te willen sturen, in het volgende voorbeeld stuurt hij aan op het einde van het gesprek:

Er zijn een aantal kenmerken in de houding van de arts te identificeren in de video-observaties, zoals de benen naast elkaar, voeten plat op de grond, armen ontspannen langs het lichaam, op gelijke hoogte met de patiënt, lichaam naar de patiënt toegedraaid. De arts maakt een geïnteresseerde indruk met een houding die volledig op de patiënt gericht is, zoals ook het volgende voorbeeld laat zien:

In dezelfde video-observatie laat de arts zien dat hij actief luistert: af en toe knikt hij of geeft hij een minimale respons als de patiënt vertelt. De arts kiest er hier voor om te luisteren naar de patiënt en zich stil te houden.
(Gebrek aan) empathie van de arts
Empathie van de arts speelt een belangrijke rol in de non-verbale communicatie, omdat niet alleen de oorzaken, maar ook de consequenties van de aandoening voor de patiënt van belang zijn. Het ziek-zijn en de behandeling van de aandoening vragen aanpassingsvermogen van de patiënt en worden vaak als een enorme belasting ervaren. De arts kan empathisch luisteren en luistert dan met de intentie om de patiënt echt te begrijpen. Het houdt in dat de arts niet emotioneel meevoelt of het eens wordt met de patiënt, maar gevoelsmatig en verstandelijk begrip heeft voor de patiënt.
In de meeste video-observaties beginnen de artsen met open en neutrale vragen zonder waardeoordeel en laten ze merken dat zij proberen zich in te leven in de gevoelens van de patiënt en proberen zich in hem te verplaatsen. De artsen nemen een open houding aan, maken veel oogcontact, vragen of ze nog meer voor de patiënt kunnen betekenen en stellen zich meelevend op. Bij het observeren viel op dat artsen vooral gebruikmaken van kleine woordjes als ‘oh’, ‘goh’ en ‘poeh’ om de empathie te tonen. Een arts heeft dus meerdere manieren om empathisch te reageren; hierbij gaat het dus om zowel non-verbale als verbale reacties. Een arts kan ervoor kiezen om empathie te tonen op een non-verbale manier (zonder woorden), en op een verbale manier (met woorden). Vaak vullen non-verbale communicatie en verbale communicatie elkaar aan.
Er zijn momenten in gesprekken dat de arts empathisch reageert en laat merken dat hij niet alleen de inhoud van de boodschap begrijpt, maar ook de emotionele signalen ontvangt. In onderstaand voorbeeld met een jongen die op de middelbare school zit, geeft de arts aan dat hij een situatie zelf niet meegemaakt heeft, maar het aanneemt van de patiënt.

In het voorbeeld hierboven vat de arts samen wat hij denkt te begrijpen om zo na te gaan of hij de patiënt ook echt begrijpt; dit valt onder verbale manier van empathie. De arts stelt zich open voor het verhaal van de patiënt en luistert naar hem door de inhoud terug te koppelen en te herhalen waar de patiënt last van heeft. Bij deze manier van empathie uitspreken wordt de beleving van de patiënt erkend, en worden gedachten, beweegredenen en gevoelens gereflecteerd door de arts.
In een ander voorbeeld verheft de arts zijn stem en gaat de patiënt steeds zachter praten. De arts laat een gesloten houding zien, maakt weinig oogcontact met de patiënt, stelt zich weinig meelevend op en lijkt niet na te gaan of de patiënt het wel of niet begrijpt en of hij als arts de patiënt wel begrijpt.

Dit citaat laat zien dat de lichaamstaal van de patiënt verandert, eerst zit hij rechtop, op het puntje van zijn stoel en na dit fragment zit de patiënt voorovergebogen diep in de stoel met de armen over elkaar, blik naar de grond gericht. Hier kun je spreken van gebrek aan empathie van de arts. De arts anticipeert hier verder niet op, maar rondt het gesprek af door op te staan, zijn hand uit te steken en te zeggen dat de patiënt niet moet vergeten een vervolgafspraak te maken.
Ervaringen uit de Imitation Games
Hoewel de video-observaties bruikbare inzichten opleveren in de omgang van artsen met chronisch zieke patiënten, is het lastiger om met deze methode vast te stellen in welke mate artsen zich kunnen verplaatsen in de leefwereld van patiënten. Om daar meer inzicht in te krijgen zijn Imitation Games uitgevoerd. De sub-thema’s van de video-observaties kwamen grotendeels overeen met die van de Imitation Games. In onderstaande voorbeelden komen de sub-thema’s medische kennis, vakjargon en (gebrek aan) empathie van de arts aan bod; dit zijn allemaal vormen van patiëntgerichte communicatie tussen arts en patiënt.
Medische kennis en vakjargon
In onderstaande twee voorbeelden komt de medische kennis aan bod. Het ene voorbeeld gaat over labwaarden en medicatie en het andere voorbeeld over onderzoeken en operaties. Met de vragen probeert de jury erachter te komen wie van de respondenten de arts is en wie de patiënt.

Met de antwoorden die gegeven zijn, geeft de jury aan niet te kunnen bepalen wie de arts en wie de patiënt is. Ook in onderstaand voorbeeld is dat het geval.

Hier geeft de jury aan dat er een blijk van herkenning zit in beide antwoorden en dat beide antwoorden afkomstig kunnen zijn van een patiënt. Het geeft weer dat vakjargon en medische termen (over het algemeen) bekend zijn bij patiënten met een chronische darmaandoening.

In het eerste voorbeeld (over labwaarden en medicatie) geeft de jury aan niet te weten wie de arts of de patiënt is. In het tweede voorbeeld (over operaties en darmonderzoeken) geeft de jury de score 2 ‘Mee oneens’, wat betekent dat hij het een antwoord vindt van de arts, de pretender. De citaten laten zien dat zowel de arts als de patiënt prima gebruik kunnen maken van de medische termen en het vakjargon dat de professional gebruikt. Artsen hebben een goed beeld van de leefwereld van patiënten als het gaat om vragen die gerelateerd zijn aan medische handelingen. Bij aspecten in het leven van de patiënt die daar verder van af staan, blijkt het lastiger voor artsen om aan te sluiten bij de leefwereld van de patiënt.
(Gebrek aan) empathie van de arts
In het citaat hieronder bespreekt de jury het empathisch vermogen van de arts. De score van de jury bij deze Imitation Game is een 2 ‘Mee oneens’, waarbij de jury het antwoord meer vindt passen bij een arts dan bij een patiënt, maar niet volledig overtuigd is. In dit voorbeeld kan de arts zich onvoldoende voordoen als zijnde patiënt.
De Imitation Games geven inzicht in de mate waarin de artsen zich kunnen verplaatsen in de leefwereld van de patiënt, wanneer en waarom de artsen er juist wel of niet in slagen om zich de impliciete ervaringskennis van de patiënt eigen te maken. Bij de sub-thema’s vakjargon en (gebrek aan) empathie van de arts weten artsen wel redelijk goed aan te sluiten en bij medische kennis minder goed.

De waarde van video-observaties voor de gezondheidszorg
Waar video-observatie de non-verbale en verbale communicatie zichtbaar maakt, is dit niet mogelijk met de Imitation Game-methode. Met video-observaties kan inzicht worden verkregen in hoe artsen en patiënten reageren in bepaalde situaties, welk gedrag ze vertonen en wat voor interacties plaatsvinden in de arts-patiëntrelatie. De voorbeelden laten zien dat het bij video-observaties vooral gaat om de interpretatie van de arts en de interpretatie van de observator daar weer van. Lastiger is het om met video-observatie vast te stellen in welke mate de artsen zich kunnen verplaatsen in de leefwereld en ervaringen van deze chronisch zieke patiënten. Daarvoor is juist de Imitation Game als methode meer geschikt. Beide onderzoeksmethoden lenen zich voor een complexe omgeving en gaan over praktijken en handelingen die normaal onzichtbaar blijven. Bij video-observatie is er expliciete aandacht voor ruimtelijke en materiële dimensies, waarbij de nadruk ligt op wat er te zien is, terwijl de Imitation Game zich vooral op een taalkundige dimensie richt.
Video-observatie versus ‘reguliere’ observatie en de Imitation Game-methode
Een van de voordelen van video-observatie ten opzichte van ‘reguliere’ observatie is dat met video-observaties activiteiten kunnen worden gezien die in eerste instantie niet opgemerkt zijn. Essentiële informatie wordt minder snel gemist en het levert een rijke registratie van sociale processen op. De sociale interactie wordt door de observator vastgelegd op video en de opnamen kunnen nogmaals worden bekeken, er wordt geen beroep gedaan op het geheugen van de observator en er is geen vertekening door een selectief geheugen. Een lastig onderdeel van video-observatie is de juridische afdekking van het filmen en bewaren van de opnamen; er is altijd toestemming voor video-opnamen nodig van alle deelnemers en het doel van de opnamen moet duidelijk zijn bij de deelnemers. Daarnaast zijn video-observaties tijdrovend en produceren ze grote hoeveelheden ruwe data, wat de kwalitatieve data-analyse complex en veeleisend maakt. Een nadeel van (video-)observatie is dat de observator niet weet wat de motieven zijn voor bepaald gedrag dat een persoon vertoont. De ervaring en vaardigheden van de observator zijn van grote invloed op de kwaliteit van de bevindingen om tot diepgaande analyse van video-observaties te komen.
De voordelen van Imitation Games als onderzoeksmethode liggen in de betrokkenheid en het spelkarakter van de deelnemers als co-onderzoekers (Wehrens, 2016). Een eventuele beperking van de Imitation Game is dat spelling en grammatica een rol spelen in het tot stand komen van een oordeel bij de juryleden. In dit onderzoek zijn taalfouten vooral toegekend aan de patiënt en moeilijk of chic taalgebruik en vakjargon aan de arts. Kanttekening is ook dat niet iedere patiënt dezelfde ervaringen heeft met de aandoening; er zijn verschillende patiëntenperspectieven. Daarnaast is het om praktische redenen lastig om Imitation Games op te zetten, want om het spel met elkaar te kunnen spelen moeten er meerdere personen tegelijkertijd achter het computerprogramma zitten.
De onderzoeksmethoden Imitation Game en video-observatie geven resultaten die elkaar goed kunnen aanvullen. Video-observatie is gericht op het opnemen van het activiteitenproces van personen in hun natuurlijke omgeving en de Imitation Game kan dit aanvullen met inzichten in de motieven en de reflectie daarop.
Meerwaarde werken met video-observaties in de gezondheidszorg voor de vorming van professionals
Het is de vraag in hoeverre beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg de ervaringen van de patiënten begrijpen en inzicht hebben in hun leefwereld. Juist als het gaat om een aandoening van chronische of langdurige aard, is dit belangrijk voor de behandeling van de patiënt en diens aandoening, omdat de arts-patiëntrelatie dan vaker van intensieve aard is. Dit onderzoek laat zien dat video-observatie een goede methode kan zijn voor kennisproductie in de gezondheidszorg als het bijvoorbeeld gaat om communicatie tussen artsen en hun patiënten, aangevuld door bijvoorbeeld Imitation Games. Beide onderzoeksmethoden geven informatie, maar de vraag is of en waar de communicatie tussen arts en patiënt nog verbeterd kan worden, en dan met name in hoeverre en wanneer artsen zich wel of niet kunnen inleven in de ervaringen van patiënten. Niet alleen de onderzoekers, maar ook de patiënten en artsen biedt het de mogelijkheid om tot nieuwe inzichten te komen in zowel de verbale als ook de non-verbale communicatie in hun professionele relatie. In de leersetting kan de student van de video-observaties leren om zich te verplaatsen in de patiënt in een reële situatie. Op deze manier hebben de studenten ook tijdens hun opleiding al meer contact met patiënten. Ze kunnen al een kijkje nemen in het werkveld en van verschillende gesprekken tussen een arts en een patiënt leren.
Gedurende de carrière kan de professional leren van zichzelf en van anderen door de video-observaties te bekijken en te analyseren. Met video-observatie kan inzicht verkregen worden in zowel de verbale als non-verbale communicatie (naast het empathisch vermogen en inzicht in de leefwereld van de patiënt) van de arts in een professionele setting. De thema’s die hier aan bod zijn gekomen, betreffen de (non-)verbale communicatie. Met video-observatie kan goed worden ingegaan op thema’s van zowel non-verbale als verbale aard, terwijl dit bij Imitation Games alleen op verbaal vlak is. In de voorbeelden is te zien in hoeverre artsen in staat zijn om zich te verplaatsen in de ervaringen van de patiënten (en op welk domein zij hier meer of minder succesvol in zijn). Het is belangrijk dat de arts gevoelens of gedachten van de patiënt aanvoelt, hier begrip voor toont en uitspreekt, maar de emotie zelf op een afstand houdt. Met video-observaties bij scholing en training van medische professionals kan een rijker begrip van deze arts-patiëntcommunicatie worden ontwikkeld, aangevuld door informatie afkomstig uit Imitation Games. Beide onderzoeksmethoden geven de student en professional de mogelijkheid hun kunde te meten; ze hoeven minder te beoordelen op alleen hun eigen gevoel. Bij (non-)verbale communicatie (waaronder ook empathie en inzicht in de leefwereld van de patiënt) is sprake van te ontwikkelen vaardigheden. De methoden zouden dan ook meer aandacht kunnen krijgen in medische opleidingen, met name in het kader van kwaliteitsbevordering en patiëntgerichtheid.
Literatuur
- Collins, H.M., & Evans, R.J. (2014). Quantifying the tacit: The Imitation Game and social fluency. Sociology, 48(1), 3-19.
- Hartman, T.C. olde, Derksen, A.W.M., & Smit, J.W. (2015). Empathie, de hoeksteen voor effectieve persoonsgerichte zorg. Bijblijven, 31(8), 632-641.
- Kerr, J. (2003). Doctor-patient communication. Diseases of the colon & rectum, 46(8), 1038-1046.
- Knoblauch, H. (2012). Introduction to the special issue of Qualitative Research: video-analysis and videography. Qualitative Research, 12(3), 251-254.
- Mortelmans, D. (2012). Handboek kwalitatieve onderzoeksmethoden. Leuven: Acco.
- Petersen, R.E. (2013). Interactionele expertise bij chronisch zieken: Video’s en Imitation Games. Masterscriptie Erasmus Universiteit Rotterdam, Instituut Beleid & Management Gezondheidszorg, Zorgmanagement.
- Thorne, S. (2006). Patient-provider communication in chronic illness: A health promotion window of opportunity. Family & Community Health, 29(1), 4S-11S.
- Wagner, E.H., Austin, B.T., Davis, C., Hindmarsh, M., Schaefer, J., & Bonomi, A. (2001). Improving chronic illness care: Translating evidence into action. Health Affairs, 20(6), 64-78.
- Wehrens, R. (2015). The potential of the Imitation Game method in exploring healthcare professionals’ understanding of the lived experiences and practical challenges of chronically ill patients. Health Care Analysis, 23(3), 253-271.
- Wehrens, R. (2016). Praktijkervaringen met patiënten met eetstoornissen en hun behandelaren. KWALON 62, 21(2), 31-37.
© 2009-2021 Uitgeverij Boom Amsterdam
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.