MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
    • Agenda
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Redactioneel
    • Discussie
    • Artikelen
    • Boekbespreking
    • Praktijk
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over Kwalon
    • Achtergrond
    • Redactie
    • Adverteren
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 23 (2018) / nummer 1
PDF  

Een repliek die ons bevestigt?

Dupliek op de repliek ‘Over validering van praktijkgericht kwalitatief onderzoek’
Erica Baarends, Frits Simon
11 juni 2020

Samenvatting

We herkennen onze boodschap niet in de wijze waarop Verschuren reageert. Ons artikel was een essay waarin we veelgebruikte literatuur over praktijkgericht kwalitatief onderzoek op kwaliteitseisen hebben beschouwd. Als kader daarvoor hebben we een rubricering van kwaliteitseisen van Sparkes (2001) gebruikt. Onze kernboodschap is dat onze analyse van de door ons bestudeerde literatuur over praktijkgericht kwalitatief onderzoek duidelijk maakt dat daarin kwaliteitseisen worden gehanteerd die objectiviteit, theorie-sensitiviteit en generaliseerbaarheid vooropstellen. Deze oriëntatie op kwaliteit valt binnen het replicatie- perspectief en parallelle perspectief van Sparkes (2001), waarmee ons duidelijk werd dat in de bestudeerde literatuur toch vooral een kwantitatief (lees eventueel positivistisch) perspectief op onderzoek doorslaggevend is. We zetten daar vraagtekens bij en suggereren een ander perspectief op kwaliteitseisen, zeker indien kwalitatief onderzoek relevante (wetenschappelijke) kennis voor en met een dynamische praktijk moet opleveren. Overigens, we spreken in ons essay over praktijkgericht kwalitatief onderzoek, omdat de literatuur die we aanhalen zelf spreekt over praktijkgerichtheid.

 

Verschuren gaat uitgebreid in op de definitie praktijkgericht onderzoek en stelt dat wij met het gebruik van het woord praktijkgericht zorgen voor een verwarring over de scope en betekenis van praktijkgericht onderzoek. Hij vindt praktijkrelevant niet hetzelfde als praktijkgericht. Het was echter niet onze bedoeling om een verduidelijking over de scope en betekenis van het begrip praktijkgericht onderzoek te leveren. Noch wilden we verschillende vormen en kenmerken van kwalitatief onderzoek beschrijven.

Verschuren beschrijft twee hoofdvormen van kwalitatief onderzoek: de Q- en q-vorm. Hij gebruikt dit als kader om ons essay te analyseren:

‘Ook in de bijdrage van de auteurs zien we dit Q-type terug, waar ze het voortdurend hebben over theorievorming, generalisering en menselijke betekenisgeving. Ook Boeije (2014) met haar stelling dat kwalitatief onderzoek als doel heeft de ontwikkeling van concepten, wordt aangehaald. Maar in de eveneens door hen besproken opzet van Doorewaard et al. (2015) herkennen we het q-type kwalitatief onderzoek. Waarom te midden van een overduidelijke Q-benadering juist dit daarvan sterk afwijkende q-type door de auteurs ten tonele wordt gevoerd, had wel enige verduidelijking en argumentatie verdiend.’

Wat Verschuren precies bedoelt, is ons niet duidelijk, omdat we geen rubricering of overzicht van vormen van kwalitatief onderzoek op wilden voeren. Verschuren heeft met een andere bril naar ons artikel gekeken dan wij bedoelden. Om dit te illustreren het volgende: onze bedoeling van het artikel doorzettend zouden wij vooral een beschrijving van de kwaliteitseisen die gehanteerd worden bij de door hem genoemde Q- of q-vormen analyseren. Verschuren beschrijft deze kwaliteitseisen niet, maar geeft voorbeelden van designs. Deze designs worden ook genoemd in de door ons geanalyseerde literatuur, waarbij wij zouden opmerken dat voor deze designs – en dus bij Q- en q-onderzoek – het parallelle perspectief wordt gehanteerd voor wat betreft kwaliteitseisen. Verschuren lijkt dus ook de kwaliteitseisen van andere literatuur ter discussie te stellen, maar komt daarmee in de buurt van wat wij over kwaliteitseisen ter discussie stellen.

 

Zoals gezegd herkennen we in de repliek van Verschuren niet een reactie op onze analyse van kwaliteitseisen van praktijkgericht kwalitatief onderzoek. We zien niet dat hij deze analyse ter discussie stelt. Het lijkt alsof Verschuren – ten onrechte – aanneemt dat wij pleiten voor het hanteren van traditionele kwaliteitseisen zoals generaliseerbaarheid. Interessant daarbij is dat Verschuren aangeeft dat hij dit niet passend vindt voor praktijkgericht onderzoek. Verschuren concludeert: ‘Wil men daadwerkelijk en op een geloofwaardige wijze toe naar praktijkgericht onderzoek en meedoen in het speelveld van dit type onderzoek in Nederland, dan is een grondige koerswijziging nodig. Men dient een afkeer van het concept causaliteit en van causale verklaring af te leggen, en een exclusieve gerichtheid op generalisering, theorievorming en zingevingsprocessen te laten varen.’ Hoewel enigszins raadselachtig geformuleerd, lijkt Verschuren opnieuw in de buurt te komen van waar wij ook voor pleiten. Bevestigt Verschuren daarmee onze vraagtekens over een herbezinning wat betreft gangbare kwaliteitseisen (vanuit het replicatie-perspectief en parallelle perspectief) voor praktijkgericht kwalitatief onderzoek? Naar ons idee zou de repliek van Verschuren dan wel een interessante aanvulling bieden op de nadelen en problemen, en de onduidelijkheid en onenigheid die er heerst over praktijkgericht onderzoek. We zijn het misschien wel meer eens met elkaar dan Verschuren suggereert.

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

Literatuur

  • Sparkes, A.C. (2001). Myth 94: Qualitative health researchers will agree about validity. Qualitative Health Research, 11(4), 538-552.

© 2009-2021 Uitgeverij Boom Amsterdam


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Nummer 3, oktober 2020, jaargang 25

ABONNEER je nu NIEUWSTE nummer VORIGE nummers
© 2009-2021